Leiderschap is het continu proces waarbij een individu anderen beïnvloedt om een bepaald doel te bereiken. Goed leiderschap is in staat om anderen te stimuleren en te inspireren. Deze leiders versterken motivatie, betrokkenheid en de prestaties van de organisatie.
Een leidinggevende functie bekleden is niet hetzelfde als leidinggeven. Om te leiden, moet je in staat zijn om verbinding te maken, te motiveren en een gevoel van eigenaarschap van gedeelde doelstellingen te inspireren. Om uw vermogen om anderen te leiden te vergroten, moet u kunnen zien hoe u denkt en handelt, en hoe uw gedrag anderen beïnvloedt. Goed leidinggeven vereist een continue reis van persoonlijke ontwikkeling.
Toch schuwen mensen in leidinggevende functies vaak het lange en uitdagende werk van verdieping van het zelfinzicht en gaan ze op zoek naar “tools” van het management – bij voorkeur de “quick ‘n’ easy”-soort, zoals persoonlijkheidstypebeoordelingen die werknemers terugbrengen tot een paar simplistische gedragstendensen, of bijvoorbeeld impliciete workshops die worden gebruikt als een pleisteroplossing voor systemische discriminatie, of rangschikking-systemen die beweren het beste talent te identificeren door managers te verplichten werknemers met elkaar te vergelijken. In plaats van een kortere weg naar effectief leiderschap te zijn, is deze mechanistische benadering vaker een doodlopende weg die de aandacht van leiders afleidt van het verband tussen hun eigen gedrag en de resultaten van werknemers.
Over de eigenschappen van ‘goede’ leiders zijn talrijke publicaties verschenen. Hoe meer publicaties en hoe meer fraaie kenmerken, hoe meer verwarring. Wat is nu de essentie ?
Het concept dat veel stijlen en vaardigheden integreert is de balans tussen sturing en zelforganisatie. Effectieve leiders ontwikkelen een stijl waarin een goede balans is tussen het stellen van kaders, richtlijnen en instructies enerzijds en autonomie en verantwoordelijkheid van medewerkers anderzijds.